Over ADHD bestaan nogal wat misverstanden die ADHD’ers vaak naar hun hoofd geslingerd krijgen. Thom Hartmann, auteur van ADHD, bespreekt in dit artikel vijf vervelende opmerkingen die mensen met ADHD vaak te horen krijgen en weerlegt ze. “Mensen met ADHD hebben als groep een enorme potentie die in veel gevallen niet wordt benut in onze maatschappij.”
Als we het hele gesprek over ADD en ADHD herkaderen en het in plaats van over psychische ziekten hebben over heel gewone, verklaarbare verschillen tussen mensen, kan dat een opluchting zijn en voor oplossingen zorgen.
1. “Mensen met ADHD kunnen zich nooit concentreren”
Mensen met ADHD hebben een korte, maar heel intense aandachtsspanne. Vreemd genoeg kun je dit niet in termen van minuten of uren benoemen: sommige dingen zullen iemand met ADHD binnen een halve minuut vervelen, terwijl andere onderwerpen misschien wel uren, dagen of zelfs maanden zijn zeer geboeide aandacht kunnen vasthouden.
Volwassenen met ADHD vinden het vaak lastig om langere tijd met een klusje bezig te zijn, niet omdat ze incompetent zijn, maar omdat ze verveeld raken. Zo hebben ze ook vaak meerdere huwelijken of ‘zeer intense, maar korte’ relaties. Bij tests waarmee de aandachtsspanne bij een saaie, oninteressante taak wordt gemeten, scoren zij significant lager dan andere mensen. Toch kunnen mensen met ADHD zich ook vaak goed focussen vooral bij klusjes waar ze goed in zijn of die ze interessant vinden. Hyperfocus is één van de vele specialiteiten van mensen met ADHD.
2. “ADHD is een ziekte”
De eerste theorieën over ADHD beschouwden het als een ziekte die te maken had met een beschadiging of verstoord functioneren van de hersenen. Van tijd tot tijd werd het op één hoop gegooid met foetaal-alcoholsyndroom, geestelijke achterstand, diverse psychische en psychiatrische stoornissen als gevolg van jeugdtrauma of kindermishandeling, en de theorie dat er zuurstoftekort bij de foetus ontstond als de ouders rookten tijdens de zwangerschap. In de jaren zeventig werd ADHD voor het eerst beschouwd als een specifieke stoornis.
Een verbijsterend aantal onderzoekers, die tienduizenden of honderdduizenden dollars van farmaceutische bedrijven aanpakken, houden tot op de dag van vandaag vol dat ADHD een ziekte of een probleem met de genen of de neurochemie is. De allerergsten stoppen zelfs radioactief spul in kinderen om wetenschappelijk gezien zinloze ‘hersenscans’ uit te voeren.
In 1997 was Peter Jensen, hoofd van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, de hoofdauteur van een artikel dat verscheen in het vaktijdschrift Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry dat ADHD geen ziekte is. Hij en zijn coauteurs zijn er sterk voorstander van dat je tegen kinderen met ADHD niet moet zeggen dat ze een ziekte hebben. In plaats daarvan zouden ouders en docenten de nadruk moeten leggen op de positieve eigenschappen.
‘Door het kind met ADHD anders te zien, zoals “altijd gereed voor een response, op zoek naar ervaringen of alert”,’ schreven zij, ‘kan de arts het kind en het gezin begeleiden om in de moderne samenleving situaties te herkennen waarbij dit individu in het voordeel is, zowel in de onderwijsomgeving als wat betreft toekomstige carrièremogelijkheden, bijvoorbeeld profsporter, luchtverkeersleider, salesmedewerker, militair of ondernemer.’
3. “ADHD komt door de ouders en de opvoeding”
Recenter onderzoek laat zien dat ADHD erg vaak voorkomt bij ouders van kinderen met ADHD. Door deze ontdekking stelden sommige psychologen aanvankelijk dat dit syndroom het gevolg was van opgroeien in een disfunctioneel gezin. Ze veronderstelden dat het mogelijk volgens hetzelfde patroon verloopt als kindermishandeling en huiselijk geweld: aangeleerd gedrag dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Voorstanders van de theorie dat de oorzaak met voeding te maken heeft, betoogden dat kinderen de eetgewoonten van hun ouders nadoen, waardoor te verklaren is dat ADHD bij opeenvolgende generaties te zien is. Andere onderzoeken meenden dat ADHD net als het syndroom van Down of spierdistrofie een erfelijke aandoening is.
Als ADHD echter een erfelijke ziekte of afwijking is, is het wel heel algemeen, want het komt voor bij mogelijk maar liefst 25 miljoen mensen in de Verenigde Staten. Volgens sommige schattingen bij 20 procent van de mannen en 5 procent van de vrouwen. Andere schattingen zijn veel lager, met 3 procent van de mannen en 0,5 procent van de vrouwen.
Als ADHD zo wijdverspreid voorkomt, is het dan reëel om ervan uit te gaan dat het gewoon een eigenaardigheidje is? Dat het een of andere afwijking is die wordt veroorzaakt door defecte genen of door kindermishandeling?
Lees verder: ADHD verklaard en positief bekeken: jagers in een boerenwereld
4. “Mensen met ADHD hebben een pilletje nodig”
Dat brengt ons weer bij de lastige vraag hoe we ADHD moeten zien, behandelen en misschien nog wel het belangrijkste: hoe we erover moeten praten met kinderen. Veel boeken over dit onderwerp, vooral als ze speciaal voor kinderen zijn geschreven, beschouwen het puur als een medische aandoening. Het doel is om bij het kind het idee te versterken dat het op een of andere manier ziek is of een gebrek heeft.
Medicatie kan voor sommige Jagers (mensen met ADHD), net als voor mensen met schizofrenie (die in een andere cultuur misschien gezien zouden worden als heiligen of mystici), van levensbelang zijn. Vooral voor Jagers die hun hele leven al bezig zijn met vruchteloze, gevaarlijke en vaak illegale pogingen tot zelfmedicatie, kan een passende therapeutische of farmacologische interventie een enorme opluchting zijn.
Dit geldt echter niet voor iedereen want ADHD brengt ook veel creativiteit en genialiteit met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan Van Gogh. De geestelijke en emotionele kwellingen van Van Gogh hadden misschien weggenomen kunnen worden met de juiste medicatie. Je kunt je echter afvragen of we allemaal nou zoveel beter af waren geweest als hij weer ‘normaal’ was geworden. En hijzelf trouwens ook.
Vier je ADHD en gebruik de positieve eigenschappen
We mogen de diversiteit binnen de hele menselijke ‘familie’ waarderen en zelfs vieren, in plaats van dat we meteen een kleinerend etiketje op de verschillen tussen mensen plakken en medicatie aan ze geven. Leren om te focussen of leren om je open te stellen krijgen een heel nieuwe betekenis als je er op deze manier naar kijkt. Bovendien kunnen methoden zonder medicijnen – zoals meditatie of andere methoden – een therapeutisch effect hebben zonder bijwerkingen, kosten of bijzondere moeite.
Als we het hele gesprek over ADD en ADHD herkaderen en het in plaats van over psychische ziekten hebben over heel gewone, verklaarbare verschillen tussen mensen, kan dat een opluchting zijn en voor oplossingen zorgen. En dat is nodig voor mensen die weten dat ze ADHD hebben maar die zich daarvoor schamen vanwege het sociale stigma dat daar tegenwoordig aan kleeft van een ‘tekort’ of een ‘stoornis’.
Ze zijn niet ziek en ze hebben ook geen gebrek: ze zijn Jagers en het merendeel van de problemen waar ze in de moderne samenleving tegenaan lopen komt voort uit situaties waarin hun instincten als Jager botsen met de normen en waarden in onze cultuur van Boeren. Mensen met ADHD hebben als groep een enorme potentie die in veel gevallen niet wordt benut in onze maatschappij. De oplossing is dat we ons perspectief aanpassen.
Lees verder: ADHD verklaard en positief bekeken: jagers in een boerenwereld
5. “Mensen met ADHD zijn ongeïnteresseerd”
Mensen met ADHD hebben moeite met aanwijzingen opvolgen. Dit werd altijd beschouwd als onderdeel van de eigenschap dat mensen met ADHD zich niet op iets kunnen concentreren als ze het saai, zinloos of onbelangrijk vinden. Wanneer ze aanwijzingen krijgen, wordt over het algemeen aangenomen dat mensen met ADHD tegelijkertijd bezig zijn met hun omgeving, waardoor ze andere dingen opmerken, aan andere dingen denken en in het algemeen gewoon niet opletten.
Volgens een andere theorie kan dit worden verklaard doordat mensen met ADHD erg onafhankelijk zijn en geneigd zijn om er een hekel aan te hebben als je ze vertelt wat ze moeten doen. Ze maken dat liever zelf uit en besteden om die reden misschien minder aandacht aan de aanwijzingen die andere mensen geven.
De meest waarschijnlijke verklaring is echter, volgens sommige experts op dit gebied, dat mensen met ADHD het lastig vinden om auditieve of verbale informatie te verwerken.
Een volwassene met ADHD beschreef het als volgt: ‘Ik merk dat mijn begrip van een lange reeks woorden enorm verbetert als er iets van beeld bij is. Op die manier kunnen mijn hersenen het meteen opslaan als een patroon. Als dat patroon er niet is en het is alleen een woordenbrij, ben ik gedwongen om die woorden in me op te nemen en zelf een patroon aan te brengen.’
Fragment uit: ADHD
ADHD
Dankzij dit boek bekijk je ADHD vanuit een ander perspectief, veel positiever dan normaal. Jouw brein is niet stuk, het is gemaakt voor een ander soort wereld. Het brein van iemand met ADHD is een jager/verzamelaarbrein in een wereld die is ingericht voor boerenbreinen. Er gaat een wereld voor je open tijdens het lezen van dit boek!
Lees verder over ADHD:
- ADHD verklaard en positief bekeken: jagers in een boerenwereld
- Emotionele allergieën bij ADD en gevoeligheid: het overgevoelige zenuwstelsel
- Nieuwetijdskinderen en ADHD: de boodschappers van een nieuwe tijd verkeerd begrepen
- Lage eigenwaarde bij AD(H)D: hoe komt het en wat kun je eraan doen?
- Ben jij een beelddenker? 8 eigenschappen van beelddenkers (AD(H)D, dyslexie en autisme)