Elk einde is even pijnlijk maar altijd een kans voor een nieuw begin. “Wanneer we eenmaal begrijpen dat de dood altijd een overgang is naar een andere vorm van leven, zijn veranderingen niet meer zo bedreigend,” zegt dr. Alberto Villoldo, auteur van De sjamanistische weg van verlichting. In dit artikel laat hij zien hoe de Lakota en andere beschavingen naar de dood en nieuw leven kijken.
Iedere dood en ieder einde is een overgang naar een nieuw begin.
De energie leeft voort
Iedere dood en ieder einde is een overgang naar een nieuw begin. De eerste wet van de thermodynamica zegt dat energie van vorm kan veranderen, maar nooit gecreëerd of vernietigd kan worden. Wij zijn energetische wezens en leggen ons lichaam af, zodat het deel kan hebben aan de levenscycli van de fysieke wereld. Ons essentiële zelf kan verder reizen naar het volgende bestaansniveau.
Een Lakota-medicijnman heeft me eens verteld dat, toen de voorouders stierven, ze werden begraven en naar de aarde terugkeerden om deel uit te maken van de bomen en de natuur, en zo weer opgenomen werden in het grote geheel.
Lange tijd dacht ik dat dit inhield dat hun lichamen voedsel voor bomen en planten werden, maar later begreep ik dat hun bewustzijn voortleefde en opnieuw deel werd van de totaliteit van de schepping. Als je het tweede ontwaken* hebt meegemaakt, ben je iemand geworden die dit extatische en tegelijk angstaanjagende versmelten kan beleven.
*De angst voor de dood overwinnen en het proeven van onze onsterfelijkheid is het tweede ontwaken.
De dood is een overgang naar nieuw leven
Wanneer we eenmaal begrijpen dat de dood altijd een overgang is naar een andere vorm van leven, zijn veranderingen niet meer zo bedreigend. We kunnen troost putten uit de wetenschap dat we weer zullen verrijzen, ook al hebben we er geen idee van hoe ons nieuwe bestaan eruit zal zien.
Leven en de dood als cyclus
Leven en dood als een cyclus beschouwen is niets nieuws. Talloze oude culturen kennen symbolen en rituelen die de verbinding aangeven tussen het oude en het nieuwe, tussen de doden en de levenden. In veel culturen wordt de dood afgebeeld als een mannelijke figuur zonder gezicht, gekleed in een zwart gewaad en gewapend met een scherpe zeis, die met een benige vinger naar zijn volgende slachtoffer wijst, daarmee aangevend dat die arme drommel hem moet volgen naar het dodenrijk. De zeis die hij bij zich draagt is het oogstgereedschap dat gebruikt wordt om de graankorrel van de halm te scheiden, zodat er uiteindelijk brood van kan worden gemaakt, waarmee het leven wordt gevoed.
Wanneer wij het graan aan de halm laten zitten, zal het beschimmelen en waardeloos worden. Zonder de dood, zonder de oogst, is er geen leven mogelijk.
De man met de zeis is afgeleid van de Griekse god Kronos, de vader van de godin Aphrodite. Net als de stengel met de vrucht het zaad bevat voor toekomstige oogsten, zo bevatten ook wij de ‘zaden’ voor de toekomstige levens die wij door onze inwijdingen ontdekken. Deze ontdekkingen maken het ons mogelijk de angst voor de dood die de mensheid achtervolgt af te schudden.
Fragment uit: De sjamanistische weg van verlichting
De sjamanistische weg van verlichting
Alberto Villoldo combineert in De sjamanistische weg van verlichting sjamanistische wijsheden met de nieuwste inzichten van de neurobiologie om een te worden met je kern.
Alberto Villoldo is psycholoog en medisch antropoloog en deed diepgaand onderzoek naar de geneespraktijken van sjamanen in de Amazone en de Andes. Zijn kennis geeft hij onder meer door in zijn opleidingsinstituut The Four Winds in Chili.