Wanneer er geen ruimte was om te voelen: herkenning en heling van emotionele verwaarlozing
Door Jonice WebbGevoelens van leegte, schuld en schaamte, moeite met het koesteren van jezelf en anderen, contra-afhankelijkheid, slechte zelfdiscipline; het is een greep uit de thema’s die spelen in het leven van volwassenen die als kind structureel onvoldoende emotionele zorg hebben gekend. In haar boek Ongekende gevoelens beschrijft klinisch psychologe Jonice Webb de oorzaken en gevolgen van dit fenomeen, dat bekendstaat als emotionele verwaarlozing.
Aan de hand van verhalen van haar cliënten toont ze hoe deze vaak ongemerkte chronische tekorten een immense impact kunnen hebben op het latere leven van een kind.
Dat wat er niet is
Het doel van het boek is niet om enkel het probleem en de symptomen uiteen te zetten. Webb wil in de eerste plaats bewustzijn en inzicht creëren, en vanuit daar een opening bieden naar verandering en genezing. Van jezelf, maar ook van de generaties die nog zullen volgen. ‘Welke gaten of kloven er ook zijn in jouw emotionele gezondheid: het zijn dezelfde gaten en kloven die je kinderen waarschijnlijk krijgen – tenzij jij die vult.’
Emotionele verwaarlozing, zo stelt Webb, wordt vaak onbewust van generatie op generatie overgedragen. Twee dingen maken het lastig om dit patroon te (h)erkennen: (i) vaak gaat het om ouders met de beste bedoelingen, die in andere gebieden van de opvoeding juist kunnen uitblinken (bijvoorbeeld in fysieke of financiële zorg), en (ii) emotionele verwaarlozing is vaak niet zichtbaar; het is dat wat er niet is.
Neem bijvoorbeeld de ‘toegeeflijke ouder’, een van de twaalf oudertypen die in het boek worden beschreven. Aan de hand van een voorbeeld van cliënt Eli toont Webb hoe een kind van deze ouder opgroeit met weinig (zelf)vertrouwen, (zelf)discipline en handvatten om een identiteit te vormen:
Eli kwam in groep zeven thuis met een rapport vol vijven en zessen. Zijn moeder bekeek het en schudde treurig het hoofd. “Nou, ik weet dat je je best hebt gedaan,” zei ze zuchtend. Op dat moment was Eli enorm opgelucht en hij ging buitenspelen. Maar ondanks zijn gevoel van opluchting voelde hij zich ergens ook ongemakkelijk. “Ze denkt dat ik mijn best heb gedaan. Dat betekent dat ze denkt dat ik niet beter kan.”
We zien dat er in deze situatie niet echt iets ‘fout’ is. Eli’s moeder is niet gemeen of hard, integendeel. En als zo’n situatie eenmalig – of sporadisch – voorkomt is hier ook niets aan de hand. Maar als de hele jeugd van Eli gekenmerkt wordt door deze afwezige en vermijdende opvoedstijl, zo legt Webb uit, zal hij moeite hebben met het vormen van een eigen identiteit en het ontwikkelen van zelfvertrouwen en discipline. Indirect krijgt hij immers voortdurend de boodschap dat hij niet belangrijk is, dat het er niet toe doet hoe hij zich ontwikkelt in het leven.
Als volwassene kan er, zeker bij kinderen van dit oudertype, verwarring ontstaan: ‘Waarom ben ik niet gelukkig? Ik heb toch een goede jeugd gehad?’ Ondanks dat Eli gevoelens van leegte en somberheid ervaart, weet hij niet waardoor het komt. De oorzaak is iets wat er niet was.
Houden van versus afgestemd zijn
Webb benadrukt dat ze ouders en opvoeders met dit boek niet wil beschuldigen of bekritiseren. De meesten doen hun uiterste best, en kunnen niet anders dan hun kinderen op dezelfde wijzen opvoeden als dat zijzelf zijn opgevoed. Juist daarom is het zo belangrijk om inzicht te ontwikkelen in de subtiele oorzaken en gevolgen van structurele emotionele tekortkoming, en de cyclus te stoppen.
De grootste groep emotioneel verwaarlozende ouders blijkt namelijk te vallen onder het oudertype ‘De goedbedoelde ouder die zelf verwaarloosd is’. Webb verklaart: ‘Houden van je kind is iets heel anders dan afgestemd zijn op je kind’. Om afgestemd te zijn moet de ouder zich bewustzijn van emoties en deze begrijpen, het kind goed observeren om te ontdekken wat hij of zij wel en niet kan, en bereid zijn om het kind werkelijk te willen leren kennen – als individu, niet als verlengstuk van de ouder.
Het punt is: emotioneel afgestemd zijn is ontzettend moeilijk als je zelf bent opgegroeid in een omgeving waar er geen ruimte was voor emoties. Webb lijkt zich in het bijzonder te richten op deze groep mensen, en zet zich in de tweede helft van het boek in om deze emotionele herkenning weer aan te wakkeren en de weg naar zelfheling vrij te maken.
Weer voelen: het begin van verandering
Dat proces begint bij voelen. Emotioneel verwaarloosde mensen staan vaak heel ver van hun gevoelens vandaan. Zij zijn ‘geprogrammeerd’ om op een bepaalde manier met emoties om te gaan (wegstoppen, wegeten/-drinken/-lachen/-sporten, harder werken, jezelf verwennen). Vaak komen deze emoties alsnog tot uiting in fysieke symptomen, bijvoorbeeld in maag-darmklachten, rugpijn en slaapproblemen. Soms neemt het onvermogen tot voelen ernstigere vormen aan en is er sprake van zelfverwonding en/of suïcidale gedachten.
De enige emotie die soms nog wél gevoeld wordt, is woede. Die woede is in feite een pakketje met daarin het hele arsenaal aan emoties die er niet mogen zijn. Webb helpt de lezer om dit pakketje weer te openen – voorzichtig, dag na dag –, en de gevoelens die vrijkomen te herkennen, benoemen, begrijpen, accepteren en uiteindelijk op gezonde wijze te uiten.
Naast (en na) het herkennen van emoties besteedt Webb veel aandacht aan zelfzorg. Volwassenen die emotioneel tekort zijn gekomen in hun jeugd, hebben vaak niet goed geleerd voor zichzelf te zorgen. Of ze weten wel hoe het moet, maar missen de zelfdiscipline. Bovendien zijn ze vaak onnodig hard voor zichzelf en hebben ze het gevoel voortdurend tekort te schieten, terwijl ze vol begrip en compassie zitten voor hun omgeving.
Aan de hand van veranderingsschema’s kan de lezer werken aan ‘nee’ leren zeggen, het terugvinden van een eigen identiteit (wat vind je wel en niet leuk? Was past bij jou?), het koesteren van jezelf, om hulp vragen, plezier hebben, gezond eten en bewegen, rust en ontspanning ervaren, zelfdiscipline opbouwen en bovenal: zelfcompassie voelen.
Moed vinden
‘Kinderen zijn ongelooflijk veerkrachtig’, stelt Webb de ouder tot slot gerust. ‘Zodra we veranderen wat we geven, zullen zij veranderen – vaak na een periode van aanpassing. Bovendien zullen alle veranderingen die je in jezelf maakt ook hun weerslag hebben op je kinderen. Hoe meer je jezelf in positieve zin verandert, des te meer veranderen je kinderen vanzelf ook ten positieve.’
Ongekende gevoelens is een boek dat aanspoort tot actie, maar vooral tot moed. Moed om te durven kijken naar waar jij tekort bent gekomen, zonder dat je daarbij de liefde en het respect voor je ouders of opvoeders hoeft te verliezen. Moed om je emoties te herkennen, voelen en accepteren. En moed om te veranderen, en toekomstige generaties te voeden met de rijkdom van gekende gevoelens.
Ongekende gevoelens
Ben je benieuwd hoe je deze ongekende gevoelens kunt aanpakken en zou je meer inzicht willen krijgen in jouw relatie met je emoties? In ‘Ongekende gevoelens’ van Jonice Webb leer je de emotionele bagage vanuit je relatie met je ouders (en hun relatie met hun ouders) te herkennen en het patroon van ongekende emoties te doorbreken.
Jonice Webb is gepromoveerd in de klinische psychologie, was directeur van een aantal poliklinieken en voert inmiddels dertig jaar haar eigen psychotherapiepraktijk. Ze heeft zich gespecialiseerd in het werken met jongeren en relatietherapie.